Overslaan en naar de inhoud gaan
  • De arts neemt met een naald beenmerg (beenmergpunctie) of een stukje bot (botbiopsie).
  • Het labo onderzoekt het staal op afwijkingen bij de aanmaak van nieuwe bloedcellen. Zo kunnen we een beenmergziekte en de fase waarin de ziekte zich bevindt vaststellen .

Voorbereiding

  • Indien je bloedverdunners gebruikt, moet je dit doorgeven aan je behandelde arts.
  • Ben je allergisch voor iodium of lokale anesthetica, meld dit dan ook aan je arts.
  • Je hoeft je medicatie niet te stoppen (tenzij anders vermeld).
  • Je moet niet nuchter zijn.
  • Trek iets gemakkelijk aan.
  • Plas nog voor het onderzoek.

Onderzoek

  • De arts bepaalt de plaats van de punctie of biopsie. Dit kan de achterkant van je bekken zijn. Dan lig je op je zij met je knieën opgetrokken. Een andere optie is het borstbeen (eerder zelden). Je ligt dan op je rug.
  • De arts ontsmet en verdooft de plaats van de punctie lokaal. Daarna krijg je een kleine snede in de huid. Via een speciale naald neemt de arts beenmerg of een stukje bot. Dit kan enkele seconden pijnlijk aanvoelen.
  • Op het einde van het onderzoek drukt de verpleegkundige de punctieplaats af met een steriel kompres totdat het bloeden stelpt. Daarna krijg je een verband gedurende 3 dagen. 

Nazorg

  • Bedrust na het onderzoek is noodzakelijk. 
  • Je mag douchen, maar niet baden. 
  • Bij pijn kan je pijnmedicatie vragen aan arts of verpleegkundige.